Krentenbaard

Hoe krijg je het?

Veel mensen dragen de bacterie in hun neus of keel bij zich zonder dat ze er ziek van worden. Door hoesten, niezen of praten kun je andere mensen besmetten. Het vocht uit de blaasjes van iemand met krentenbaard is erg besmettelijk. Als je de blaasjes aanraakt kun je via je handen of dingen die je dan weer met je handen aanraakt anderen besmetten.

Wat moet ik doen bij krentenbaard?

• Ga naar de huisarts voor behandeling.

Krentenbaard gaat vanzelf over, maar met medicijnen gaat dat sneller. Je bent dan ook minder besmettelijk.

Moet ik thuis blijven?

Met krentenbaard hoef je niet thuis te blijven. Kinderen met krentenbaard kunnen ook gewoon naar school of de kinderopvang. Krentenbaard is al besmettelijk voordat er vlekken te zien zijn. Thuishouden helpt dus niet om verspreiding te voorkomen.

Hoe kan ik verspreiding van krentenbaard voorkomen?

• Goede hand- en hoesthygiëne helpt om infecties met krentenbaard te voorkomen: hoest en nies in de elleboog of in een papieren zakdoekje.

• Was regelmatig de handen met water en zeep, zeker na een flinke hoest- of niesbui en na contact met iemand met krentenbaard.

• Vermijd krabben of ander contact met de krentenbaardplekken en houd de nagels kort.

• Gebruik bij voorkeur wegwerphanddoekjes om de handen te drogen. Gebruik als dat niet kan een aparte handdoek voor de persoon met krentenbaard en verschoon deze dagelijks.

• Was de handen ook na contact met speelgoed van kinderen met krentenbaard.

• Maak speelgoed dat in de mond gestopt kan worden goed schoon na gebruik.

• Plak geen pleisters op de plekken. Dat kan de plekken juist groter maken. Probeer de plekken, waar dat kan, te bedekken met kleding. Dit helpt krabben te verminderen.

Downloads

deurbriefje krentenbaard